Lieve mensen,
Het nieuwe Verbond is door Jezus Christus, een verbond, een belofte, een overeenkomst van genade en liefde. Dit Verbond vervulde Jezus om ons te redden, om onze relatie met God te herstellen. Dat we als mensen een goede relatie met God hebben op basis van dit mooie initiatief van God zelf. In de eerste lezing horen wij dat Jeremia voorspelde dat er een nieuw Verbond zou komen omdat ze het oude verbond met God hadden verbroken en verklaarde dat het anders zou zijn dan het Wetsverbond, dat Israël verbroken had. Daarom, om dit Verbond te vervullen geeft God Zijn Zoon, Jezus Christus als een offer. Dat deed Jezus door de kruisweg. De weg van het lijden.
We vragen ons af, waarom moet het lijden zijn? Is er geen andere manier van God om ons te redden? Behalve door het lijden? Wat betekent het lijden van God voor ons? We kunnen het niet helemaal verstaan als we afstand houden van het lijden of een verdriet.
Als ik persoonlijk in stilte naar het kruis kijk vraag ik me soms af: “Doe jij dat voor mij?, lijdt u voor mij?” En ik denk aan het lijden van mijn moeder die toen haar dood naderde, het best en mooiste cadeau voor mij pakte en mij te bezoeken in het klein seminarie op mijn verjaardag. De dokter zei toen, dat mocht je dat niet doen. Het was wel gevaarlijk. Maar zij zei, geeft niets, dit was misschien het laatste dat ik nog kon doen voor hem of misschien wel de laatste keer dat ik hem kan zien. En een dag later was is zij in rust heengegaan.
Deze ervaring geeft mij een diepe betekenis van lijden. Degenen die echt van je houden zullen altijd proberen hun best voor je te doen en je het mooiste te geven wat mogelijk is. Om je blij en gelukkig te maken. Ze denken niet aan hun zelf maar kijken naar anderen. Ze denken niet aan hun eigen leven maar aan het leven van anderen.
Degenen die van je houden tonen hun onvoorwaardelijke liefde. Ze kunnen alles geven alleen om jou blij te maken. Dat heeft onze Heer Jezus aan ons laten zien. Hij doet dat niet alleen met de woorden maar ook met daden. “Als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht. Wie zijn leven liefheeft verliest het, maar wie in deze wereld zijn leven haat, behoudt het voor het eeuwige leven.”
Ieder heeft een kruis (het lijden) met een specifieke vorm te dragen, iets moeilijks of zwaars, we kiezen het niet maar we krijgen het wel. We kunnen ons kruis enkel dragen als we ons lijden verenigen met het lijden van Jezus. Het lijden kan op verschillende manier gebeuren in ons leven. We kunnen ze niet vermijden. Ieder van ons heeft dat ervaren. Door het lijden van Jezus, zien wij dat het lijden niet voor niets is. Dat heeft altijd betekenis zo wel voor nu als voor in de toekomst. Je moet het lijden ervaren dan kan je met zekerheid overtuigd zijn.
De Heilige Paulus zei: “de boodschap over het kruis is dwaasheid voor wie verloren gaan, maar voor ons die worden gered, is het de kracht van God.” Jezus doet dat als een teken van zijn gehoorzaamheid aan zijn vader maar het belangrijkste is dat Hij ons van houdt. Dat hij een nieuw Verbond sloot met ons door zijn bloed.
Op basis van het lijden van Jezus.
Als je iets voor anderen kan betekenen en je lijdt daardoor een beetje, Als je een beetje lijdt voor de belang van anderen, denk dan goed na dat je een leven aan de ander schenkt. Als je van iemand houdt dan durft je om risico te nemen. Dan ben je bereid om op te offeren voor de mensen van wie je houd.
Laten we in deze eucharistieviering ons lijden aan God brengen, in het bijzonder voor degenen die hun familie leden verloren zijn, voor degenen die ziek zijn. Voor degenen die eenzaam zijn, voor het lijden van de wereld vanwege het corona virus, komen we elkaar bij het lijden van Jezus, Verbinden we onze lijden, onze ellende met Jezus aan het kruis want, na het kruis kom je tot de verrijzenis. Na het donker komt het licht. Laten we samen op weg gaan naar Pasen.
Amen.
Eerste lezing: Uit de profeet Jeremia, 31, 31-34.
Tweede lezing: Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de Hebreeën, 5, 7-9.
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes, 12, 20-33