In een van mijn eerste godsdienstlessen die ik had met kinderen herinner ik me dat, toen ik de vraag stelde: “ Wat is het verschil tussen protestanten en katholieken?”, een van de kinderen antwoordde: ”De protestanten geloven niet in Maria en wij, katholieken juist wel…”. Een antwoord dat ons nu wellicht doet glimlachen.
Zowel de katholieken als de protestanten hebben in dit opzicht hier een grote ontwikkeling meegemaakt: we zijn , zoals in vele andere opzichten, veel meer naar elkaar toegegroeid , zodanig dat kortgeleden een protestantse theoloog een boek over Maria heeft geschreven en waarin hij o.a. zegt dat de persoon van Maria bij de protestanten in de loop van de tijden teveel op de achtergrond is geraakt maar dat zij ook aan hen veel te bieden heeft”. (En misschien interessant om te vertellen: kortgeleden zei een jonge man die bij ons een pakket bezorgde en blijkbaar Moslim was, toen hij een afbeelding van Maria in onze spreekkamer zag, dat Maria in de Koran ook een belangrijke plaats inneemt).
Bij ons, katholieken in Noord Nederland, is in de afgelopen jaren de verering van Maria wellicht wat op de achtergrond geraakt. In het Zuiden van ons land is die nooit afwezig geweest maar toch.. Er waren tijden dat veel mensen aan de bedevaart naar Heiloo, ’s Hertogenbosch en/of Kevelaer deelnamen. Ook vele bedevaarten naar Lourdes werden georganiseerd. Dat is nu minder hoewel die nooit helemaal verdwenen zijn. De laatste tijd is er zelfs weer een lichte opleving te zien.
Ook in de kerk zien we een soortgelijke ontwikkeling. Was voór het IIe Vaticaans Concilie de Maria verering een van de typische kenmerken van het katholicisme en werden in die tijd zelfs twee dogma’s officieel door de Paus uitgeroepen: dat van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria en dat van de Maria ten hemel opneming, op het concilie zelf ontbrandde er een tamelijk felle discussie over de plaats van Maria in de kerk. De voorbereidingscommissie had een lang en degelijk document opgesteld over al het goede dat van Maria maar te zeggen viel. Daarin werd Maria bijna op dezelfde hoogte als Jezus, haar Zoon, geplaatst: een ontwerp echter dat door de concilievaders verworpen werd. Maar wat toen? Interessant genoeg, er was al een document over de betekenis van de kerk in de wereld. Aan dat document werd een hoofdstuk toegevoegd over de betekenis van Maria voor de kerk en voor iedere gelovige persoonlijk. Zij werd beschreven als de eerste gelovige van de kerk, als een inspiratie voor de kerk, als een toonbeeld van hoe elke gelovige zou moeten zijn: een soort “ideaal gelovige”. Zij gaat ons voor in verschillende eigenschappen die wij als volgelingen van Jezus nodig hebben zoals:
a) Totale overgave aan God.
b) Zich ter beschikking stellen van God ondanks alles: ”Doe maar met mij wat U goeddunkt”. De Heer wil ik dienen. Laat mij gebeuren wat u gezegd hebt”. c) Een heel begrijpelijke en menselijke verbazing over en schrik voor wat haar te wachten stond. Iets dat haar leven helemaal zou veranderen. Maar ondanks dat, toch op God vertrouwen en geloven dat alles goed zal komen.
d) Heel vele lijden vanwege haar beschikbaarheid aan God en aan de mensen. e) Vanwege dit alles is zij door God beloond en deelt zij nu helemaal het eeuwig geluk met God.
In dat opzicht is Maria een lichtend voorbeeld en inspiratie voor ons en zullen wij eenmaal in het eeuwig geluk met God delen als wij ook zo proberen te leven.
In de Eerste Lezing, een moeilijke lezing van het Boek van de Openbaring, horen we hoe een vrouw bekleed met de zon op het punt staat een kind te baren. Maar zij wordt achtervolgd en bedreigd door een grote vijand. Johannes stelt hier de kerk voor die in grote moeilijkheden verkeert en achtervolgd wordt, een kerk die als taak heeft door haar leven en prediking Jezus Christus onder de mensen tot leven te brengen. Daarvoor moet zij dikwijls lijden.
Deze Lezing wordt in de Liturgie dikwijls op Maria toegepast. Hier in onze streken heeft onze kerk fysiek niet veel te lijden. Hier lijdt de kerk eigenlijk meer doordat steeds meer mensen onverschillig voor haar worden : “niets meer met de kerk hebben”, zoals ze dan zeggen. Ook worden degenen die nog wel in de kerk geloven of naar de kerk gaan, nog al als ouderwets betiteld. Dat kan ook pijn doen en iemand doen lijden. Ook in deze situatie is het belangrijk voor ons niet de moed te verliezen, hoop en vertrouwen blijven hebben op de toekomst, hoe donker en negatief die er wellicht soms eruit ziet.
De Tweede Lezing gaat over de Verrijzenis van Jezus Christus. Hij heeft de dood en het kwaad in de wereld overwonnen. Door de trouw aan zijn roeping heeft God, zijn Vader Hem verrezen. Hij is nu in de hemel en zit nu aan de “rechterhand van zijn Vader om voor ons ten beste te spreken”. Aan Maria is iets soortgelijks overkomen: dank zij haar trouw en overgave aan de taak die zij van God had ontvangen, is zij, naar het voorbeeld van haar Zoon Jezus, verrezen en nu al helemaal gelukkig bij God en haar Zoon.
Zo zal ook met ons eenmaal gebeuren indien we proberen, zoals Maria, te leven zoals haar Zoon ons heeft voorgeleefd. In dit opzicht is dit feest van Maria ter hemel opneming voor ons een a.h.w. een “oppepper”, een bemoediging. Het kan in ons leven soms moeilijk zijn maar, zoals Maria, kunnen we erop vertrouwen dat , wanneer we de goede weg proberen te volgen, we eenmaal gelukkig zullen zijn. Iets wat ons bemoediging en hoop kan geven wanneer we soms door moeilijke periodes van ons leven heen moeten.
Dit alles zal niet zozeer gebeuren als gevolg van onze eigen verdiensten of als gevolg van al het goede dat we in ons leven gedaan hebben. Uiteindelijk is alles is alles gave van God voortkomend uit zijn bezorgdheid en barmhartigheid met ons. Dat is wat we Maria horen zeggen in het Evangelie wanneer ze, na de begroeting en lofprijzing van Elisabeth vanwege haar moeder zijn van de Zoon van God, het z. g. n. “Magnificat” zegt. Dit lied drukt van de ene kant dankbaarheid uit aan God die ondanks onze menselijke zwakheid op ons vertrouwt en medelijden met ons heeft, van de andere kant een loflied op Hem aangezien Hij niet zozeer aandacht heeft voor de groten van de aarde als well voor de kleine, eenvoudige mensen die in alle eenvoud en eerlijkheid Hem proberen na te volgen.
Bij zo’n tekst moet ik denken aan een persoon als zuster Theresa van Calcutta: een vrouw geboren uit een heel eenvoudige familie maar bij haar dood in India een staatsbegrafenis kreeg vanwege haar enorme verdiensten voor de eenvoudige noodlijdende mensen. Aan een paus Pius X of Johannes XXIII die alle twee van eenvoudige boerenafkomst waren maar uiteindelijk twee grote persoonlijkheden geworden van grote betekenis voor de geschiedenis van de kerk. En zo zijn er veel meer eenvoudige mensen, bij niemand bekend maar toch wel heel belangrijk voor de kerk of voor de wereld. In hen wordt dit loflied van Maria werkelijkheid: ”God ziet neer op de kleinen en eenvoudigen van hart en verheft hen”.
Maria is een toonbeeld , een inspiratie voor ons allen: zoals zij, ondanks alles, trouw is geweest aan haar roeping, mogen zo ook wij daaraan trouw zijn. Bij de bruiloft van Kana zei ze aan de kelners die daar bezig waren: ”Doe maar alles wat Hij, Jezus, aan jullie zegt”. Zo zegt zij nu aan ons: ”Doe maar alles wat Hij U zegt”. Dat de Hl. Geest ons daarbij moge helpen..
Amen
Openbaring van de heilige apostel Johannes, 11, 19a + 12, 1-6a. 10ab.
Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte, 15, 20-26.
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas, 1, 39-56.