Jes 43, 16-21
Fil. 3, 8-14
Joh. 8, 1-11
Beste mensen, hier in de kerk en de lieve mensen die thuis met ons online mee willen vieren. Ik nodig u uit om te bidden voor uw intenties en de intenties van de wereld. Zullen we naar ons leven kijken of er iets fout is of dat er een tekortkoming is. Wij zijn mensen en wij hebben ieder onze eigen beperkingen. Wij vragen Gods vergiffenis voor onze fouten en tekortkomingen.
Beste mensen,
Uit de lezingen van vandaag heb ik het thema gekozen uit de brief van Paulus waarin hij zegt: “maar één ding is zeker: ik vergeet wat achter me ligt en richt mij op wat voor me ligt.”
Herinnert u zich dat u wel eens iets fout heeft gedaan? Dan zegt diegene die het zag, zonder verder iets vervelends te zeggen, “Komt goed, dat kan gebeuren, voortaan doe je het anders.” Hoe voelde u zich toen? Was het niet een grote opluchting?
Dit soort gebeurtenissen in ons leven leren ons veel om anderen nóg beter te begrijpen. Ik weet zeker dat u ook ergens eenzelfde soort ervaring heeft meegemaakt met bijvoorbeeld uw ouders, partner, docent , juffrouw of baas. U zult die persoon aardig en verstandig hebben gevonden.
De lezingen van vandaag leren ons om te vergeten wat in het verleden was en verder naar de toekomst te kijken . In de eerste lezing vraagt Jesaja, “ Blijf niet staan bij wat eertijds is gebeurd, laat het verleden nu rusten.”
Het evangelie van vorige week zondag ging nadrukkelijk over het verhaal van de verloren zoon. De context van het verhaal was dat de farizeeën en schriftgeleerden het niet fijn vonden dat de tollenaars en zondaars kwamen om naar Jezus te luisteren. En Jezus zelf heeft deze mensen vaak ontmoet. Daarom moest Jezus de farizeeën en schriftgeleerden het verhaal van de verloren zoon vertellen om te laten weten dat het koninkrijk van God er is voor iedereen, slecht of goed.
Ik zie en hoor van mensen hoe ze tegenwoordig bezig zijn de vluchtelingen uit Oekraïne te helpen. Óók mensen uit Rusland zijn bezig om hen te helpen.
Beste mensen,
Vandaag komen de Farizeeën en schriftgeleerden weer met een vrouw die op overspel was betrapt. Sommigen mogen hen vragen, waar zijn de mannen? Hun idee was Jezus te kunnen beschuldigen. Als ze een fout bij Jezus konden ontdekken kunnen ze hem arresteren. Farizeeën en schriftgeleerden wilden in ieder geval Jezus betrappen en hem bestraffen omdat hij had verklaard dat hij de zoon van God is en hij had niet altijd de traditie en de regels van het oude testament gevolgd.
Maar Jezus antwoordt was klasse. “Laat degene onder u die zonder zonden is, het eerst een steen op haar werpen.” Dat Onze Lieve Heer niet lief voor de farizeeën en schriftgeleerden was, komt doordat ze de zondaars, tollenaars, vrouwen, kinderen, armen en zieken hebben buitengesloten en slecht behandeld.
Maar Jezus zei tegen de vrouw, “Ik veroordeel u niet: ga heen en zondig van nu af niet meer.” Jezus heeft haar niet beoordeeld en veroordeeld.” Hij heeft die vrouw geaccepteerd met liefde. Dat is Onze Lieve Heer die ons met zijn onvoorwaardelijke liefde ontvangt. Jezus kijkt niet wat voor fouten en zonden wij hebben begaan. Hij kijkt niet naar ons verleden. Maar hij kijkt naar onze toekomst. Hij kijkt naar ons als een kind van God die ons allemaal met wijsheid en liefde heeft geschapen. Iedereen heeft een verleden, maar ook een toekomst. Wij zijn mensen met beperkingen en tekortkomingen en wij mogen soms vallen, maar wij proberen ook om op te staan voor Jezus die ons liefheeft.
Voordat ik tot priester werd gewijd moest ik rond 15 jaar in svd seminarie verblijven voor studie en training. Ik werd met ongeveer 30 andere priester kandidaten opgeleid en getraind, nu zijn we allen aangesteld in verschillende landen. Wij zijn niet getraind/ opgeleid op één plek, maar wij zijn naar verschillende plekken in India geweest om onze priester opleiding te volgen. Als je niet gedisciplineerd bent, wordt het moeilijk om in het seminarie te blijven vanwege de strenge regels van ons studiehuis van de priester kandidaten. Wij moesten bijvoorbeeld elke dag op tijd opstaan om 6:00 uur en daarna moesten we de heilige mis bijwonen. Vervolgens volgt de dag met ontbijt, colleges volgen , lunch en avondeten. De viering s’morgens was verplicht voor iedereen, maar niet je aanwezigheid bij het avondeten. Dat was het seminarie.
Ik was eens niet verschenen voor de ochtendviering omdat ik die ochtend had uitgeslapen. Ik moest dat aan de Rector uitleggen. Ik was even bang om hem te vertellen waarom ik niet bij de viering aanwezig was. Maar toch heb ik het gedurfd om de waarheid te zeggen. Hij zei op een vriendelijke toon“ Komt goed Albert, maar je moet volgende keer uitkijken om niet weer uit te slapen.” Yes, toen hij “komt goed” zei, was ik erg blij. Dat was een opluchting voor die dag.
Ik wil graag deze preek beëindigen met een uitdrukking die past bij deze tijd: “Maart roert zijn staart, april doet wat hij wilt.” Wij mogen ook doen wat wij willen, maar wij mogen ook denken aan wat Jezus in ons leven doet. Amen.